Aandacht
Ik ben als middelste geboren in een gezin met 9 kinderen. Mijn moeder was blij met elk kind en ik voelde mij welkom en aanvaard. Toen ik 6 jaar was, is mijn vader overleden en zat het leven van mijn moeder wel heel vol. Ik heb ervaren dat er geen tijd voor mij persoonlijk was. Er was geen tijd en aandacht voor de vragen die ik had. Dus leerde ik om geen vragen te stellen. Ik wilde ook vooral geen moeilijkheden veroorzaken. Dit belemmerde mij in mijn ontwikkeling en ontplooiing. Ik leerde mijzelf niet kennen, deed wat anderen van mij verwachtten, was een mensenbehager en ontleende daaraan mijn identiteit. Ik was zoals een kameleon: ik paste me aan bij de persoon waar ik mee om ging.
Toen ik mijn man leerde kennen vond ik het fijn dat hij tijd en aandacht voor mij had. Maar toen omstandigheden later niet helemaal goed liepen, wist ik niet hoe ik om hulp kon vragen. k ging wel lezen en bidden: de Bijbel , pastorale en geloofsopbouwende lectuur. Door te lezen kreeg ik herkenning, bemoediging en wijsheid. Door te bidden kreeg ik hoop op God, besef van Zijn liefde en aandacht en Hij gaf mogelijkheden waar ik ze zelf niet meer zag.
Mede door mijn onvermogen om hulp te vragen bleef het moeilijk en ik kwam er zelf niet meer uit. Maar als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Toen heb ik hulp en aandacht gekregen en zijn er gesprekken gevoerd met God, maar ook met mensen. Nu weet ik mij door God vergeven en ligt mijn identiteit in het zijn van Zijn geliefde kind. Ook heb ik nu vriendschappen die mijn leven verrijken. Ik leef met anderen mee en anderen leven met mij mee.
Hoe doe jij dat, hulp vragen, hulp ontvangen, of heb jij geen hulp nodig? Wanneer heb je hulp nodig? Er was een tijd dat ik dacht dat ik het alleen moest kunnen. Maar anderen bepaalden mij erbij dat God een God van relatie is en dat het Zijn plan is dat wij mensen in relatie leven. En steeds meer waardeer en geniet ik van relaties. Er zit ook een leerschool in. Met de één is de omgang makkelijk, bij de ander voelt het of het altijd om keuzes gaat. Dat ieder mens kostbaar is in Gods ogen helpt mij om ook zo naar mijn naaste te kijken.