Cirkels van mijn denken
Er is een boek van de schrijver Murray Watts met de titel 'Het grote verhaal van God en mensen'. Daarin lees je dat God dicht bij de mensen wil zijn door heel de geschiedenis van de mensheid. Niet alleen mensen die belangrijk zijn of opvallend, maar bij ieder mens. Elk mens is bij Hem geliefd, hoe hij ook in elkaar steekt of over zichzelf denkt. Hij vindt je de moeite waard in alle omstandigheden van je leven.
Dat betekent dat ook mijn verhaal met Hem de moeite waard is om te vertellen. Een verhaal van moeite en pijn, strijd en vragen van waarom, in een moeilijke periode in ons gezin.
De jaren waarin deze dingen gebeurden, brengen een mens als het ware op een T-splitsing. Negatieve gevoelens, boosheid, en vragen waar ik geen antwoord op weet. Vragen die bij me opkomen aan God. Maar achter al die dingen gaat ten diepste de vraag schuil: "Trekt God zich wel iets aan van ons?"
In de jaren die volgden op het overlijden van onze zoon in november 1993, zouden er nog heel wat turbulente jaren volgen, waarin steeds opnieuw heftige stormen zich afspeelden diep in mijn denken, gevoelens, wil en hart.
Spanningsveld tussen ideaal en realiteit; gebeurtenissen en persoonlijke dingen in gezin en mijn werk. Pijnlijke opmerkingen, die uitgroeiden tot boosheid, gemoedrust wegnam, een barrière vormden tussen God en mij. Rafelige wonden die mij diep van binnen verscheurden, waarover mijn hart in tranen was.
Ik moet hierbij terugdenken aan wat ik in juni 1995 opschreef: "Maandag, lunchpauze, de zon schijnt heerlijk, ik zoek de buitenlucht op. Ik neem wat mee om te lezen. Het is niet de eerste keer dat ik het artikel lees. Het gaat over de ontmoeting van Jozua met God. (Jozua 5 vers 13-14)
"Wij denken zo aards. Wij meten met onze maten van 'goed en kwaad', 'voor' of 'tegen'. Maar 'God wil ons weghalen uit de cirkels van ons denken. Hij past er niet in. Hij zegt tegen Jozua en ook tegen mij: ''Ik ben niet van deze aarde, Ik ben van een andere wereld, Ik ben de representant van Gods oplossing". De vraag is niet of Hij 'voor' of 'tegen' mij is. De vraag is of ik van Hem ben. De vraag is of ik mij toevertrouw aan Gods oplossing van mijn Jericho, aan zijn liefde, trouw, almacht en onbeschrijfelijke genade."
Voorjaar 2003; we gaan een weekje naar Texel. In deze periode lees ik het boek "Genade wat een wonder" van Philip Yancey. Het is een indringend boek, en het brengt me tot het schrijven van een gedicht nadat ik in een droomgezicht het volgende gezien had.
"Ik legde mijn hand in de hand van Jezus, en aan de andere zijde van Hem legde ook iemand anders zijn hand in de ander hand van Jezus. Toen zei Hij: "geef elkaar nu een hand terwijl jullie Mij een hand geven". En ik ontdekte dat ik dat verschrikkelijk vond.
tweestrijd
tussen droom
en werkelijkjheid
spanning
en uitdaging
grenzen verleggen
en kiezen
geschokt
Gods plannen
niet begrijpend
nodigt Hij mij uit
met onwil
ergenis
en onmacht
met twijfels
van niet voelen
en begrijpen
te vluchten
naar Hem
Hij
die zichzelf
de God
van abraham
izaäk
maar ook
van de bedrieger jakob noemt
Hij
schaamt zich niet
de God
van jakob
en . . .
van mij
te zijn
in Jezus Christus
strekte God
als een gekruisigde
zich uit
naar mij
genade
die ik niet verdien
en amper
kan bevatten
reikt Hij mij aan
Een uitspraak van de schrijver Philip Yancey heeft mij geleerd om met andere ogen en Gods genade, te kijken naar elk mens die anders is, zich hoe dan ook anders uit.
"Als ik niet vergeef, ben ik de gevangene van het verleden en wordt iedere mogelijkheid tot verandering uitgesloten."
Omdat Jezus zich bewust was van onze 'ín-gebouwde' weerstand tegen genade, sprak Hij er dikwijls over. Hij liet door verhalen, die wij als gelijkenissen kennen, zien wat genade is.
Er is slechts één manier om dat te ontdekken; in de bijbel het leven van Jezus, Gods zoon, bestuderen. In zijn leven zie ik Gods gezicht. De bewogenheid en ontferming van Jezus voor mensen en hun omstandigheden laten iets zien van Gods hart. Hij is niet de onbewogen God, maar de liefdevolle Die dichterbij komt hoe stekelig ik me soms opstel.